Het feit dat er op Curaçao een droog klimaat heerst heeft ervoor gezorgd dat alleen bomen en planten met een sterk aanpassingsvermogen kunnen gedijen op het eiland.
Op Curaçao groeien dan ook veel cactussen en vetplanten die het schaarse water dat tijdens het regenseizoen voorhanden is langdurig kunnen vasthouden.
Ook de diersoorten die zich op Curaçao hebben kunnen ontwikkelen hebben zich kunnen aanpassen aan de zware leefomstandigheden die op het Benedenwindse Eiland heersen.
De dieren en planten op Curaçao leven in een spectaculair landschap. Een groot deel van het eiland oogt savanneachtig. Maar in het noorden van Curaçao doemen flinke heuvels op, terwijl in het midden van het eiland – door miljoen jaren van erosie, slijtage en uitholling – een hele onderaardse wereld met een oppervlakte van 5 km2 is ontstaan.
Wilde geiten zijn een groot probleem voor de toekomst van de flora en fauna van het eiland. Wilde geiten zijn bepaald niet kieskeurig als het om voedselkeuze gaat. Deze dieren vreten alles op wat voor hun snuit komt.
Verder kruipen er op Curaçao 20 verschillende soorten reptielen rond. Zowel hagedissen als slangen vinden op Curaçao hun natuurlijke habitat. Het meest tot de verbeelding sprekende hagedis is de groene leguaan.
Groene leguanen zijn statige dieren en kunnen enorme proporties aannemen. Groene leguanen worden op Curaçao ook wel boomkippen genoemd. Ze schijnen namelijk bijzonder smakelijk te zijn en verdwijnen dan ook veelvuldig in de stoofpan of soep.
In het luchtruim van het eiland fladderen verder 168 verschillende soorten vogels rond. Van deze 168 vogels broeden er 51 soorten ook op het eiland zelf, zijn er 71 soorten emigranten van Noord-Amerika, 19 soorten bezoekers van Zuid-Amerika en dartelen er 19 zeevogelsoorten rond.
Eilandverhalen Curaçao 