Otrobanda (Nederlands: ‘de overkant’ of ‘overzijde’) is een wijk in Willemstad, de hoofdstad van Curaçao. De naam komt uit het Papiaments en betekent letterlijk ‘de andere oever’, een verwijzing naar het feit dat Otrobanda vanuit Punda (‘de punt’) gezien aan de overkant van de Sint Annabaai ligt. Otrobanda vormt met Punda de historische binnenstad van Willemstad. De wijken zijn sinds 1886 met elkaar verbonden via een houten pontonbrug (Koningin Emmabrug) en sinds 1974 ook via de Koningin Julianabrug.
“Otrobanda, de andere kant.
De mooie kleuren, het grijze verleden, je laat ons voelen, je laat ons zien.
Jouw kracht maakt dat je bloeit, iedere keer opnieuw.
Het hart van ons eiland, Otrobanda wat heb je veel te vertellen.”
Bron: Angelique Felisie
De geschiedenis van Otrobanda gaat terug tot de 17e eeuw, toen Nederlandse kolonisten begonnen met de ontwikkeling van Willemstad. Vanaf 1707 is het gebied bebouwd, omdat op Punda geen ruimte meer was. Aanvankelijk verrezen er slechts loodsen en eenvoudige huizen, maar later steeds grotere panden. In de achttiende en negentiende eeuw vestigden zich er veel zwarte arbeiders en in de loop van de twintigste eeuw was het een arme volkswijk. In de jaren negentig kwam een kentering met een grootschalig stadsvernieuwingsproject, waarbij Monumentenzorg een belangrijke rol speelde. Ook de Nederlandse zakenman Jacob Gelt Dekker heeft vanaf 2001 een deel van de wijk laten opknappen.
De straatkunst in Otrobanda varieert van kleurrijke muurschilderingen tot gedetailleerde graffiti en artistieke uitingen op verschillende oppervlakken. Veel lokale en internationale kunstenaars hebben hun stempel gedrukt op de muren van Otrobanda, waardoor de wijk een openluchtgalerij van creativiteit is geworden. Een interessant aspect van de straatkunst in Otrobanda is dat het niet alleen esthetisch aantrekkelijk is, maar ook een reflectie vormt van de lokale cultuur en geschiedenis.
Jaarlijks worden tijdens de Kaya Kaya festivals (straatfestivals) schilderingen toegevoegd, zowel door professionele kunstenaars als door wijkbewoners.
De wijk staat bekend om zijn levendige muziekscène, waarbij verschillende genres en stijlen samenkomen om een uniek geluid te creëren.
Een belangrijk muzikaal genre dat in Otrobanda floreert, is de Tumba. Tumba is de nationale muziekstijl van Curaçao en heeft zijn wortels in de Afro-Curaçaose gemeenschap. Het is een ritmisch en levendig genre dat traditionele Afrikaanse elementen combineert met Caribische en Latijns-Amerikaanse invloeden. Tumba wordt vaak gespeeld tijdens carnaval en andere feestelijke gelegenheden in Otrobanda en op het hele eiland.
Naast de traditionele genres heeft Otrobanda ook ruimte geboden aan verschillende moderne muziekstijlen, waaronder salsa, merengue, reggae en soca. Lokale bands en artiesten treden regelmatig op in de bars en clubs van Otrobanda, waardoor de wijk een bruisende plek is voor liefhebbers van live muziek. Jan Gerard Palm was een bekende componist uit Curaçao en wordt beschouwd als de vader van de Antilliaanse muziek. Hij werd geboren op 29 januari 1831 in Otrobanda, Willemstad, Curaçao, en overleed op 22 juli 1906.
Palm kwam uit een muzikale familie en toonde al op jonge leeftijd een talent voor muziek. Hij kreeg muziekles van zijn vader en later van de Nederlandse muziekleraar Johannes Hamelberg. Hij speelde verschillende instrumenten, waaronder piano en orgel, en ontwikkelde zich tot een getalenteerd componist.
Veel van Palm’s composities waren bedoeld om te worden gespeeld tijdens sociale evenementen en dansfeesten, en zijn muziek werd al snel populair in Curaçao en de omliggende eilanden. Zijn bekendste werken zijn onder andere “Rosa di Macapá”, “Sombra di mi booi” en “Tumba final”. Zijn werk heeft bijgedragen aan de erkenning en waardering van de Antilliaanse muziek als een unieke en belangrijke muziektraditie.
Boektip: Ser’i Otrobanda
Zestien jaar geleden, in 2006, probeerde Sinaya Wolfert al de wijk Ser’i Otrobanda in Willemstad op Curaçao in te komen. Het lukte niet: te gevaarlijk. Nu heeft Wolfert een fotoboek gemaakt over de wijk die ze een ‘weerspiegeling van heel Curaçao’ noemt. ‘Het is een wijk van contrasten, met een mengelmoes van culturen’, zegt de fotografe, die veel tijd in Ser’i Otrobanda heeft doorgebracht.
Er wonen lokale bewoners, maar ook mensen uit Venezuela, Haïti, de Dominicaanse Republiek, Suriname en Nederland. ‘Bewoners die het financieel goed hebben leven naast mensen die moeten zien te overleven en soms niet eens stromend water, gas of licht hebben.’ Wolfert ziet dat bewoners elkaar helpen en trots zijn. ‘Trots op hun huis, trots op hun leven.’

In het fotoboek vertellen bewoners hun persoonlijke verhalen opgetekend door schrijfster Jeannette van Ditzhuijzen. De teksten zijn in het Nederlands. De fotografie richt zich op de huizen, architectuur, de mensen uit de buurt en het leven op straat.
Paar bladzijden uit het boek
Artikelen
Volkstuin
Volkswijk
Te vinden in Otrobanda:
https://eilandverhalencuracao.com/2023/05/20/de-gouveneur/
https://eilandverhalencuracao.com/2022/10/24/molenplein-12-19/
https://eilandverhalencuracao.com/2022/10/10/ajour/
https://eilandverhalencuracao.com/2022/10/09/basiliek-santa-ana/
https://eilandverhalencuracao.com/2022/08/21/fotoblog-streetart/
https://eilandverhalencuracao.com/2023/11/11/buurttuin/

Eén opmerking over 'Otrobanda, de andere kant.'